‘Uitzendwerk is wel degelijk goed gereguleerd werk’
CNV haalde deze week verschillende media met het nieuws dat veel uitzendkrachten niet of nauwelijks zouden kunnen rondkomen van één baan. Volgens de NBBU en ABU zet de vakbond daarmee een compleet verkeerd beeld van de uitzendbranche neer: “Uitzendwerk is wel degelijk goed gereguleerd werk. Het is teleurstellend dat CNV op basis van een beperkt onderzoek dit soort negatieve conclusies trekt,” aldus een eerste reactie.
De vakbeweging schermt met een onderzoek dat ze door Maurice de Hond lieten uitvoeren onder zeshonderd uitzendkrachten. Daaruit zou blijken dat ruim één op de drie uitzendkrachten meer dan één baan nodig heeft om rond te komen. Bijna de helft van de ondervraagde uitzendkrachten zou grote moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Bovendien zou uit het onderzoek naar voren komen dat zestig procent van de ondervraagden liever een vaste baan heeft. Terwijl ze slechts een dienstverband in deeltijd hebben, zou één op de vier ook nog eens toch fulltime beschikbaar moeten zijn.
Meer zekerheid
“Ontluisterend”, aldus CNV-voorzitter Arend van Wijngaarden over de resultaten van het eigen onderzoek. “Dat veel uitzendkrachten hetzelfde werk doen als vast personeel, maar geen uitzicht hebben op een vaste aanstelling, toont eens te meer aan dat werkgevers uitzendwerk al lang niet meer zien als opvang voor pieken en vervanging bij ziekte. Wij pleiten dan ook voor meer zekerheid voor uitzendkrachten over doorbetaling bij ziekte en bescherming tegen ontslag.”
Kwalijke zaak
Jurriën Koops, directeur van de ABU, zegt dat zijn organisatie zich totaal niet herkent in de conclusies van het onderzoek. “Als mensen aangeven niet rond te kunnen komen, dan heeft dat eerder te maken met het aantal uren dat ze werken dan met het feit dat ze uitzendwerk doen,” aldus de getergde directeur. “Bovendien blijkt uit onderzoek van het Sociaal Plan Bureau dat het percentage uitzendkrachten dat moeite heeft om rond te komen niet wezenlijk verschilt van de rest van werkend Nederland.” Koopt wijst er tot slot nog even op dat juist vanwege de behoefte aan werk- en inkomenszekerheid bij uitzendkrachten onlangs met de bonden een nieuwe cao is afgesloten. “De inkt is nog niet droog, of CNV komt er al weer op terug,” aldus Koops. “Ik vind dat een kwalijke zaak.”
Betrouwbare flexvorm
Ook zijn collega Marco Bastian van de NBBU begrijpt niet waarom het CNV nu, net na de ondertekening van de cao, plotseling uit dit vaatje tapt. “We zijn in de cao gezamenlijk een beloning voor uitzendkrachten overeengekomen. Nu ze met deze conclusies op de proppen komen, vraag ik me af of ze wel weten wat ze getekend hebben.” Hij kan ook helemaal niets met het argument van de bond dat werkgevers meer vaste contracten moeten verstrekken: “Het CNV wil zich maar niet realiseren dat steeds meer bedrijven flexibel georganiseerd zijn. Uitzendwerk is niets meer of minder dan een betrouwbare en goed gereguleerde flexvorm om in deze groeiende behoefte te voorzien.”
Laat je gegevens achter en we nemen zo snel mogelijk contact met je op.