Minimumtarief voor zzp’ers; géén vaste overeenkomst
Minister Wouter Koolmees en staatsecretaris Menno Snel hebben de Tweede Kamer afgelopen maandag per brief laten weten dat voor zzp’ers vanaf 2021 een minimumtarief van 16 euro geldt. De bewindslieden schrijven verder dat de geplande vaste overeenkomst voor zelfstandigen met een laag uurloon definitief komt te vervallen.
In eerdere kabinetspannen was sprake van de verplichting om zzp’ers met een laag uurloon in dienst te nemen. Omdat dit in strijd bleek met de Europese regelgeving, werd besloten de lang verwachte regels voor zzp’ers opnieuw uit te stellen. Voor het tarief van 16 euro dat het kabinet nu voorstelt, is volgens Koolmees gekozen omdat dit vergelijkbaar is met het minimumloon. Met dit minimumtarief hoopt de minister tevens te bereiken dat werkgevers die minder dan 16 euro willen betalen, ervoor kiezen de werknemer in kwestie in dienst te nemen.
Zelfstandigenverklaring
Voor zzp’ers die 75 euro of meer per uur in rekening brengen, wil het kabinet een zelfstandigenverklaring invoeren die opdrachtgevers in één oogopslag duidelijk maakt dat ze niet worden aangeslagen voor loonheffingen, werknemersverzekeringen en arbeidsvoorwaarden als pensioen en doorbetaling bij ziekte.
Webmodule
Ook voor de middengroep van zzp’ers, zelfstandigen met een uurloon tussen de 16 en 75 euro, denken Koolmees en Snel een passende oplossing in petto te hebben. Omdat het voor deze groep van oudsher moeilijk te definiëren valt of ze werknemer of zelfstandige zijn, willen de bewindslieden een opdrachtgeversverklaring in het leven roepen die werkgevers krijgen zodra ze in een webmodule een aantal vragen beantwoorden. Aan deze webmodule, zeg maar een soort automatische toets die aangeeft wat de arbeidsrelatie exact inhoudt, wordt momenteel nog gewerkt. Het kabinet hoopt hier na de zomer meer duidelijkheid over te kunnen verschaffen.
Geen fundamentele herijking
In een reactie op de plannen zegt Koolmees dat het bepaald niet meevalt om een meer dan een eeuw oude wet zo te hervormen dat die naadloos aansluit op de huidige arbeidsmarkt. Volgens hem is het een mooie stap in de goede richting, maar van een ‘fundamentele herijking van het arbeidsrecht’, wil hij nog niet spreken. “Voordat daar werkelijk sprake van is, zijn we eerder tien dan twee jaar verder”, aldus de minister.
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
De minister reageert tot slot ook nog even op het rumoer rond de invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij erkent volmondig dat het minimumtarief van 16 euro zeker geen vetpot is; eerder ‘een bodem om armoede te voorkomen’. Toch denkt de bewindsman dat het mogelijk is dat ook deze zzp’ers straks de verplichte verzekering kunnen betalen. “Ondanks het feit dat de hoogte van de premie nog vastgesteld moet worden, wemelt het nu al weer van de indianenverhalen”, aldus Koolmees. “Uiteraard houden we in onze plannen ook rekening met deze groep. Als het collectief geregeld wordt, verwacht ik dat er voor iedere zzp’er een betaalbaar bedrag uit komt.”